Meer verhalen (en ook nog wat gedichtjes en zo)

De kosmonaut

Het einde van de dag gaat over in de donkerblauwzwarte duisternis van de nacht. Sedert het begin der tijden kennen wij het verschil tussen dag en nacht. Iedere dag opnieuw herhaalt zich dit verschijnsel. De duisternis brengt rust en vergetelheid. Het leven zou ondragelijk zijn, zonder de slaap en ontspanning van de nacht. Iedere dag heeft tenslotte genoeg aan zijn eigen kwaad.

Wanneer u niet kunt slapen tijdens een nacht waarin u gekweld wordt door de zorgen van een boze dag van morgen, ga dan naar buiten in de hoop dat het eindeloze hemelruim zich aan u zal vertonen en kijk naar het licht van de sterren. Kijk en weet dat het licht uit het verleden uw ogen raakt. Het licht van eeuwenoude werelden, die op dit moment niet meer bestaan, staat iedere nacht hoog aan de hemel Duizenden, ja miljoenen jaren geleden zonden stelsels van sterren, clusters, planeten en gasnevels hun straling de kosmos in als een teken van schepping en ondergang van vele werelden; zichtbaar én herkenbaar voor ieder mensenoog op deze kleine planeet aarde.

Kijk en denk dan eens aan de mannen en vrouwen, die met behulp van de techniek een begin maakten met de onmogelijke taak om de afstand tussen mens en kosmos te verkleinen. Kijk en denk aan die mannen en vrouwen, die deze poging met hun leven bekochten.

Kijk en denk dan aan die ruimtevaarder, die eeuwig door de ruimte tolt...

"Mayday...Mayday...controlecentrum ... geef antwoord...Mayday...controlecentrum...Mayday.." De Mercury Protron I capsule schiet steeds verder door in het onpeilbare zwart van de kosmische duisternis. Het moederschip met de onfortuinlijke inzittende tolt met de snelheid van één om- wenteling per seconde om zijn as en wordt meer en meer verzwolgen door het overal en altijd aanwezige donker.

"Mijn naam... is...Vergil McHugh...mijn naam is...Vergil...is...is...". De voortdurende wenteling van de uit haar baan geschoten capsule heeft de astronaut van zijn oriëntatie vermogen beroofd en hij is niet in staat om het instrumentenpaneel in zijn kleine cabine terug te vinden, laat staan te bedienen. "Ik moet...herinneren...terugkeren... herinneren...de rem... de remraketten...herinneren...".

Vijf april 1962 Cape Kennedy. Om 08.45 uur sluitend e technici na een laatste groet het luik van de cabine. Voor het eerst sedert de voorbereiding van deze ruimtereis wordt de kosmonaut door een grote verlatenheid bevangen. Hij kijkt door het venster opzij naar buiten en ziet de zon opkomen. "Voor het laatst misschien?" schiet het door hem heen. Hij zet de noodlotsgedachte van zich af en begint met een controle van schakelaars, handels en lampjes, die hem omgeven.

Het aftellen begint. De motor van de Atlas-Agena draagraket wordt ontstoken. De cabine trilt en schudt. Het lijkt wel alsof een reuzenhand raket en cabine van de aarde wil losrukken. "Zero", klinkt het door de luidspreker, "and lift-off". De reuzenhand laat los en de vrijkomende reactieve kracht schiet de raket de lucht in, de kosmos tegemoet. "Van nu af aan ruimtevaarder", denkt McHugh en grijpt zich vast aan zijn zetel. :Dwaas, die je bent. Hoe kun je houvast zoeken in een raket, die de aarde gaat omcirkelen?" McHugh heeft veel moeite om zijn controlewerkzaamheden nuit te voeren en kijkt voortdurend naar buiten. "Enorm...ongelooflijk...ik heb geen woorden"... is het enige wat tijdens zijn reis naar het uitspansel over zijn lippen komt.

Vier minuten en 29 seconden na het dramatische "lift-off" maakt het moederschip zich los van de uitgewerkte trap van de Atlas-Agena draagraket en begint Vergil  Mc Hugh aan zijn omwenteling om de aarde. De baan die de capsule om de aarde maakt, heeft een laagste punt van 145 kilometer en een hoogste punt van 182 kilometer.

De ruimtevaarder voert de hem opgedragen werkzaamheden uit, maar voelt zich merkwaardig ontlast van alle aardse beslommeringen. Hij fluit een deuntje tot grote hilariteit van de vluchtleiding in het controlecentrum. Hij kijkt in grote bewondering naar buiten en ziet  de rozerode kleur van het  Fatuibinemeer in Mali...Plotseling klinkt het bevel van de vluchtleiding om een wendbaarheidsproef uit te voeren. Ingebouwde stuurraketten zullen de baan van de capsule wijzigen. Wat nu gebeurt, gebeurt razendsnel. De gewenste manoeuvres worden niet uitgevoerd. In plaats daarvan begint de cabine te tollen. Eerst langzaam, dan sneller en sneller. Een opgeschrikte Vergil McHugh krijgt van de vluchtleiding het commando om het stabilisatiesysteem in te schakelen. Het helpt niet. De cabine draait steeds sneller om haar as en wijkt van haar baan om de aarde af. "Vuur de remraketten af", klinkt het hol door de capsule. Als in een droom ziet de doodsbange astronaut hoe hij de remraketten  wil ontsteken. Geen reactie. De tuimelingen maken hem duizelig. Gedachten kolken door zijn hoofd. Hij hoort hoe de vluchtleiding commando's schreeuwt."Mayday...Mayday...controlecentrum.. Mayday"... roept de eenzame ruimtereiziger nog terwijl hij langzaam in een zwart gat tuimelt.

"Mijn...naam...mijn naam...is Vergil McHugh..."Vergil...Vergiiil..." De jongen kijkt op en hoort hoe zijn moeder zijn naam roept. "Ik kom. Ik kohom", doet de jongen zijn moeder treiterend na en blijft nog even naar zijn tuintje kijken. Zijn tuintje met al die bloemen en vruchten, die hij zelf heeft gekweekt. "Een werkje dat de moeite waard is", denkt hij trots. "Wat is dat voor een lawaai"?... "En dat vreemde licht aan de horizon?"... Het licht wordt feller en een intense straling slokt de einder op. Het lawaai is niet te harden. "Een atoom - ontploffing', schreeuwt de jongen. "Rennen. Ren voor je leven.. Het muurtje... Ik moet achter het muurtje zien te komen, voordat...Mijn oren... Ik ben zo duizelig... Mijn naam... McHugh...De rem - raketten"...

De ruimtevaarder komt bij. Het voortdurende draaien van de cabine bezorgt hem een enorme hoofdpijn en zijn trommelvliezen lijken te barsten. Hij kan zijn  gedachten nauwelijks coördineren en zijn armen zwaaien hulpeloos in het rond bij een poging de instrumenten te bedienen. 

De gedachten dwarrelen en hij valt weg. Zijn geest zoekt wanhopig naar de aarde. Hij ziet in de geest hoe de blauwe planeet getroffen wordt door een asteroïde. De planeet lijkt te schudden en zijn geest zoekt de aarde af. Hij ziet eilanden in de oceaan verdwijnen. De zee braakt huizenhoge golven uit over het vasteland. De draaiing van de aarde verandert en de sterren verdwijnen noordwaarts en nemen een andere positie in. Land wordt zee. De as van de planeet is verschoven. Hij ziet hoe de ijskappen smelten...

"...Op die dag braken alle kolken der grote waterdiepten open en werden de sluizen des hemels geopend. En de slagregen was veertig dagen en veertig nachten over de aarde."

Welke stem spreekt die woorden tot hem? Hij ziet de wateren over de aarde. Hij komt dichter en dichterbij en ziet een toren als een piramide boven een eindeloze watervlakte uitsteken. De toren is doorzichtig en gevat in een hem onbekend metaal. Hij dringt door de op glas gelijkende wand en ziet een rijzige figuur in een rood purperen gewaad gekleed. De figuur houdt in zijn handen een grote bol, die een zacht licht uitstraalt.

De man in het purperen gewaad spreekt, terwijl het daglicht, weerkaatst door het alom - tegenwoordige water, de toren in een helder en doorschijnend licht zet: "Argastan, laatste koning van At; naast Zimdrach, Amra en Segal. Dwazen, die reeds niet meer zijn". De man zwijgt en terwijl het water snel stijgt, legt hij de lichtgevende bol op een zuil, die lijkt op zwart marmer. De figuur loopt terug en blijft onbeweeglijk staan. Het water vult de toren en reikt de man tot aan de borst. Hij maakt zwemmende bewegingen en komt op gegeven moment met het water tot aan de nok van het bouwsel. Voordat het water hem opslokt, draait de man naar rechts en ziet met verbazing een dubbele boog vol van kleuren over de wateren gaan...

"De kolken der waterdiepten en de sluizen des hemels werden toegesloten en de regen uit de hemel hield op, en de wateren vloeiden gestadig van de aarde weg. Aldus namen de wateren na verloop van honderd vijftig dagen af. En in de zevende maan, op de zevende dag der maand, bleef de ark vastzitten op het gebergte van Ararat". De stem zwijgt. Vergil McHugh  ziet de twee toppen van de berg Ararat. Hij gat tussen de toppen door tot aan een gletsjer. Een groot donker gevaarte steekt voord e helft uit de gletsjer. Zwart en versteend. Hij wil de ark aanraken. Mist komt op en onttrekt het grote schip aan zijn waarneming.

"Water...water...de ruimtevaarder ontwaakt en kan nauwelijks voor zich uitkijken De tollende bewegingen van de capsule hebben McHugh volslagen hulpeloos gemaakt en bezorgen hem ondraaglijke hoofdpijn. Water zweeft door de cabine. "De brandstofcellen! Ze leveren ook water", dringt het tot McHugh door." Het reservoir lekt. Er kan elk moment een kortsluiting in het elektriciteitsnet ontstaan"!

Mijn zuurstof...Ik ga stikken...bevriezen"...

De ruimte is eindeloos en zwart. Ergens in die eindeloze zwarte zee draait een cabine om haar as. Voor altijd.


Versjes uit mijn jeugd


Feestdagen


Vaderdag

Moederdag

Onnozele Kinderen dag

dag dag

dááaáááááááááág


Cyclus

Groot begon klein ontsprong

kroop op als kleine reus

tegen fel verzet en won

door eigen daad

helaas

kent nu alleen maar smaad

voor hem die gaat

dezelfde weg


Mensen

In stad en straat

snelheid vlugheid gaat

van hot naar haar

het leven zwaar

niet beseffen waar

rust daar

is zijn voldaan

waar begin

naar eind

gegaan


Geschiedkundig


Leven binnen vier muren

en meer boeken

lezen

wat de mens

beroerde

en voltrok

ik eb weg

in het gebeurde

kwijn

in het nu

zonder kennis

 van is

blijft

was gemis


Wijsheid


eens liefde

voor het woord

vermoord

verkracht

verworden

tot een narrenpak

iedere zot

grist weg zijn deel

bekleedt

zich met die grote macht

tot jammerklacht

misvormd

verkleurd

als kameleon

wat als wijsheid begon

Zie

ik doe dit

al jaren

wijsheid vergaren

wetend

en

verlangend zonder schroom

geen almacht droom

maar

leven

leven


Freudiaans vers


Rome

eeuwige stad

zolang

je laatste zuil

zich

in de aether

verheft

recht

vol Korinthische hartstocht

o potentia Romae


Sprokkel- en ander brandhout


De innerlijke onrust

kwijt raken

de natuur opzoeken

en

haar sereen ervaren

vuur maken

volgens

het eeuwige procédé

lucifers vergeten

Moraal:

zoals het hout thuis brandt

brandt

het nergens


Leven


zijn met je lichaam

waar

je niet wilt

verkerend

met je geest

elders

zodat

je verkeert met je lichaam

en

geest waar

je meent te zijn

hopend

elders te geraken


Metamorphose


Geur

van grond

schoonst

van al

rest

van wat eens was

vrede

in het heelal

verlangen naar verleden

is

lafheid voor wat komt

toch

verstomt in mij de stem

die bindt

lichaam en geest

verdwijnend

in echo;

geweest

keert

nooit

weerom






.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin