Steeds meer verhalen

De torque van Clonmacnoise

 Het verleden laat ons nooit met rust. Niet alleen onze eigen daden , maar ook de verrichtingen van het  voorgeslacht blijven om aandacht vragen. In het eerste geval is er wellicht sprake van een innerlijke dwang, die ieder mens aanzet om over zijn leven na te denken. Het geweten spreekt immers in al de talen van de wereld.

De levenswijze en daden van het voorgeslacht krijgen vaal een collectieve belangstelling. Een volk of land kijkt in de spiegel van het verleden en ziet daarin een gezicht waarmee het zich vereen - zelvigen kan. Hoe meer de wortels van een volk reiken in de vruchtbare grond van een ver en grijs verleden, des te mooier bloeit het gelaat van zijn eigen identiteit op.

In de spiegel van de ziel kan slechts de enkeling kijken. Onverbiddelijk en onverbloemd toont het geweten de toestand aan, waarin de persoon zich bevindt; daarom moet een mens in het uur van het gevaar afgerekend hebben met zijn fouten en vergissingen uit het verleden, want anders...

Tussen heden en verleden staat de Tijd. Niemand ontkomt aan deze metgezel. Van de geboorte tot aan de dood telt hij nauwkeurig de zandkorrels die door de zandloper gaan. Stel  nu, dat wij erin zouden slagen om de tijd te splitsen als een atoom. In deze 'punt des tijds' (en atomos, Grieks) zou een opening ontstaan naar het verleden.

De Tijd was dan gedwongen het waas over het verleden op te lichten. Door de opening heen, kijken we vervolgens westwaarts en zien de dag aanbreken boven Ierland. Nergens ter wereld zijn licht en schaduw zo nauw met elkaar verbonden als op het  "Eiland van Smaragd". 

"Andrai mo ennepe Mousa polutropon, hos mala polla planchté epei Troiés ieron ptolietron eperse".

"Vertel mij over de man, o Muze, de vindingrijke, die vele omzwervingen moest maken, nadat hij Troje, de heilige stad verwoest had".

Kilian van Tara liep driftig rond de hoge stenen omwalling van de broederschap Clonmacnoise en citeerde luid de lotgevallen van Odysseus. de Griekse held uit het epos van de blinde bard Homerus.

"Polloon d'antropon iden, astea kai...kai...eh?"

"Van veel mensen zag hij de steden en...en...eh?

Wanhopig zwaaide de jonge kluizenaar met de armen in de lucht en staakte zijn alleenspraak in het Grieks. "Ik leer het nooit", verzuchtte hij. Homerus' Odyssee; Aristoteles' 'De Partibus animalium'; Plato's Apologia; o God, waar moet ik dit alles laten? De geschriften zijn zo groot en mijn hoofd is zo klein".

" Panta rei kai ouden menei ". "Alles stroomt en niets blijft staan", sprak Kilian van Tara kort - besloten en wendde zich af van de nederzetting, waar hij onderricht werd in de kennis van de oude beschavingen.

" Kennis van de Ouden is goed voor mijn geleerde broeders. Die hebben geen onrustig hart ", dacht Kilian van Tara hardop. " Neen, ik leid liever een rondreizend en heilig bestaan, zoals St. Patrick of Sint Paulus, te midden van de Galaten ".

Terwijl Kilian van Tara het pad afliep dat hem weg - voerde van de nederzetting overdacht hij de brief die de apostel Paulus geschreven had aan de Galaten: " Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, een evangelie verkondigen afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt ". " Kan een engel iets anders doen, dan de boodschap van Christus verkondigen? " dacht Kilian van Tara. " Engelen zijn boodschappers en brengen een bericht van God naar de mensen. Wat zei de geleerde Enda ook al weer over engelen? "  " Boodschapper-zijn is inherent aan het engel-zijn? " " Hmm...moeilijk ".

De jonge monnik had er geen erg in, dat hij een heel eind van zijn nederzetting verwijderd was. Op het moment dat hij naast een bosschage een ruime drassige plek gewaar werd, schoot het hem te binnen. " Het moeras ".. Een rilling van on - behagen gleed over Kilians rug. " Ben ik zover van huis? "  Laat ik snel omkeren. Het moeras is een plaats van geesten, kobolden en elfen. Verre reizen is meer iets voor de onversaagden van hart, dan voor een kleine geleerde ".

Kilian van Tara wilde zich op zijn schreden wen - den, toen een glinstering zijn oog trof. De stralen van de zon kaatsten terug van een gekleurd voor - werp, dat half boven de moerassige grond uitstak. " Het lijkt wel goud ", prevelde Kilian. " Naar goud gaat de begeerte der wereld uit ", dacht de jonge geleerde wijs. "Begeerte of niet; ik weten wat daar in het moeras steekt ".

Kilian van Tara pakte een lange droge tak van de bodem en zich vastklampend aan de stam van een boom, viste hij het voorwerp uit het dras. Door nieuwsgierigheid bevangen, wipte de jonge kluizenaar het goudkleurige ding snel van de tak en ontdeed het vervolgens van de vastgekoekte modder. "Warempel, het is goud! Een gouden torque (halsband). Wat een vondst. Hoe komt dit sieraad in het moeras terecht? "

De torque verried de hand van een groot kunste - naar. Langs de gebogen lijn bevonden zich sierlijk gedraaide bladvormen, die bijna symmetrisch uitliepen in gecentreerde cirkels. Het reliëf werd nog versterkt door een prachtig aangebrachte ondergrond. Terwijl Kilian van Tara de torque nauwgezet bekeek, viel hem op dat het patroon van de decoratie eindeloos doorliep. Er was in deze schijnbare symmetrie geen begin en einde te bespeuren. Het ene uiteinde van de torque zat met een vooruitstekend mondstuk vastgeklemd aan het andere uiteinde en duidde eveneens op een ononderbroken lijn.

" Wat voelt die torque zwaar aan ", dacht Kilian van Tara en woog de halsband in zijn beide handen. Zijn vingers gingen voortdurend over de torque heen en weer en voordat hij er erg in had, sprong het sluitstuk van de halsband open. Tegelijkertijd veranderde het gewicht van het gouden voorwerp en met een sissend geluid ontsnapte voor de ver - baasde ogen van de jonge monnik een lange nevelsliert aan het gouden binnenste.

De nevel bleef voor Kilian van Tara hangen ( wiens gelaat langzaam een wezenloze uitdrukking ver - toonde) en nam de vorm aan van een doorzichtige gestalte. De gestalte verdichtte en in een oog - wenk bevond de verbaasde jongeling zich in het gezelschap van een in lompen gehulde naar de aarde toe gebogen figuur, die hem van onder zijn zware wenkbrauwen misprijzend aankeek: de geest - het was Kilian van Tara ondanks zijn verbazing, die aan vrees grensde, wel duidelijk, dat hij hier te doen had met een levensvorm, die anders dan van vlees en bloed was samengesteld-verspreidde een sterke geur van gebrouwen gerst en zoete rook. 

" De Ring van het Licht is verbroken. De grens tussen hemel en aarde vervaagt. De cluricaun, kwelgeest van de mensheid, zegt jou, verbreker van de Ring van het Licht de strijd aan. " De woor - den, die uit de mond van de naargeestige figuur kwamen, deden Kilian van Tara ontwaken: " De cluricaun, geest uit het verleden...God sta mij bij, "stamelde hij. De kromme kwelgeest danste potsierlijk van het ene been op het andere en zong: " Strijd in de hemel op aarde gewemel. Heer en toch slaaf wat niet gebroken is, blijft gaaf. Strijd in de hemel op aarde gewemel. Duisternis is macht licht geeft kracht. Na de geest komt het beest. "

Het vreemde gezang was nauwelijks beëindigd of de cluricaun draaide zich met een ongewone snelheid om en sprak fel: " Dit lied is de sleutel tot het herstel van de Ring van het Licht, die jij, sterveling, verbroken hebt.  Verklaar het lied en ik laat je gaan. Wee je gebeente, wanneer de antwoorden verkeerd zijn. In dat geval behoor je mij toe, voor altijd." " Ik heb niets te vrezen, sprak de jonge kluizenaar. " God is met mij."

"Welaan, wanneer die God van jou zo sterk is, kun je het lied zeker verklaren. Verklaar het! ", brieste de cluricaun.

" De strijd in de hemel ", sprak Kilian en zijn stem klonk rustig en bedaard, "duidt  op de strijd tussen de engelen, die God trouw zijn gebleven en de engelen, die de zijde van Lucifer hebben gekozen. Lucifer, die na zijn afval van God ook satan ge-noemd wordt, kwam met zijn engelen op aarde terecht. Vandaar dat het op deze aarde krioelt van de demonen.

De wereld ligt onder de heerschappij van de Moloch ", ging de jongeling verder. "Een andere naam voor de boze. Jezus Christus heeft echter door Zijn Goddelijk Offer aan het kruis van Golgotha de boze onttroont. Satan heeft nog maar weinig tijd om zijn heerschappij uit te oefenen.

Hij is dus heer, maar tegelijkertijd ook slaaf. Jezus Christus heeft Zijn leven gegeven als een vol - maakt offer en is weer opgestaan. Zijn lichaam werd niet gebroken en is gaaf gebleven. Duisternis is macht, zolang de wereld onder het juk van de boze ligt ", vervolgde Kilian van Tara. " Licht geeft kracht aan de satan, want hij komt vaak als een Engel des Lichts. Wat niet wil zeggen, dat hij het licht van God verspreidt ".

"Genoeg...genoeg..., tierde de cluricaun en ver - dween even raadselachtig als hij gekomen was. Kilian van Tara bevond zich weer alleen met tegenover hem het moeras. In de verte  hoorde hij nog de stem van de kwelgeest: "Na de geest komt het beest...na de geest komt het beest..."

Ondanks deze niet alledaagse gebeurtenis in het leven van een jonge monnik, bleef het gemoed van Kilian van Tara stabiel en rustig. "Na de geest komt het beest. Hmmm... dat betekent dat ik nog niet van deze beproeving verlost ben". 

Achter de bosjes, die het moeras omringden, hoorde de jonge kluizenaar plotseling luid hoef - getrappel. Het geluid van een aanstormend paard werd sterker en sterker. Elk moment kon het dier te voorschijn komen. Kilian van Tara wilde voor de aanstormende viervoeter een goed heenkomen zoeken, maar de nieuwsgierigheid won het  dit keer wederom van zijn verstand. Het dier ver - scheen. Niet zoals de beproefde jongeling het zich had voorgesteld. Wat hij zag, deed hem als aan de grond genageld staan. Op nog geen steenworp afstand, hield een wit paard halt en wierp steigerend de benen in de lucht. Een wit paard...ja, tot aan het middel. Iets boven de voorbenen begon namelijk de gespierde torso van een reus - achtige man. De torso liep uit op een stralend gelaat, een Griekse god gelijk. Vlasblonde lokken bekroonden als bliksemschichten het hoofd. Ogen als vlammende kolen staarden de bedeesde jongeman aan.

De verschijning sprak geen woord, maar binnen in het hoofd van Kilian van Tara zei een stem, snijdend als glas: " Zie, de Lichtgevende, Noem hem Lugnasad. Noem hem Zon. Noem hem Mercurius. De beschermer van de reizigers. De schenker van alle goeds. De vernieuwer van de kunsten. De nijvere. De schepper. Onderwerp je en aanbid mij ".

" Na de geest komt het beest ", dacht Kilian van Tara en zocht naarstig naar een manier om vrij te geraken. " Zoek z'n zwakke plek ", klonk het in het binnenste van de jonge monnik.

" Waarom schept en vernieuwt u? ", dacht Kilian van Tara. " Creativiteit is de bron waaruit ik als god put ", hoorde  hij de stem zeggen. " Schepping - of laat ik zeggen vindingrijkheid - is dus een wezens - kenmerk van u? Zou het niet kunnen zijn, dat u heerser bent, die vindingrijk is, omdat hem maar weinig tijd gegeven is? ", dacht Kilian. De ver - schijning  -  half man, half paard -  bulderde en steigerde, terwijl een fel licht hem omgaf. Met een van de voorbenen tekende hij een cirkel, en trok hierdoor een lijn van Noord naar Zuid en van West naar Oost.

" Het begin en het einde. Het overgaan van Noord naar Zuid en West naar Oost ", dacht Kilian van Tara. " De ring,  die ik met het openen van de halsband heb doorbroken, sluit zich! "

Voor de ogen van de briesende en stampende verschijning tekende Kilian van Tara op zijn beurt op de grond: de ' chi en de rho '. De beginletters van de Griekse naam 'Christos'.

De stilte die daarna intrad deed Kilian pijn aan de oren.  Het moeras lag verlaten in het licht van de avondzon. De cirkel en lijnen waren verdwenen. Zelfs de sporen in het mulle zand waren niet meer te zien. Al die tijd had de jongeman de halsband in zijn handen gehouden. Nu hij zich hiervan bewust werd, zag hij dat de torque weer gesloten was.

" Neen ", sprak Kilian van Tara, terwijl hij met een grote zwaai het gouden sieraad terug wierp in het moeras: " Het leven van een reizende monnik ligt mij niet. De beproevingen onderweg zijn mij toch te zwaar. Een klein geleerde leeft zo slecht nog niet ", dacht hij en sloeg de weg in die naar  de nederzetting van de broederschap van Clonmacnoise leidde.

" Waar was ik "gebleven? "  "O ja,...

andra moi ennepe Mousa polutropon, hos mala polla.. Vertel mij over de man, o Muze, de vinding - rijke, die vele omzwervingen moest maken " ..

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin