
Stel je eens voor...
De opname
Want de Heer zelf zal op een teken bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen. (Tess. 4: vs 16-18 NBG)
De chaos is enorm. Drie dagen lang verschijnen er geen kranten. De lokale radio- en televisie stations komen onregelmatig in de lucht met verwarde berichten, die grotendeels kopieën zijn van het al evenzeer verwarde landelijke - en wereldnieuws. Er is ook teveel gebeurd. Het menselijk bevattingsvermogen was te klein om een catastrofe van dergelijke omvang te bevatten. Weken, ja zelfs maanden kon men mensen tegenkomen die in een roes verkeerden en met verwilderde blik over de straten dwaalden.
Het was te mooi om waar te zijn. Na de jarenlange oorlogen in verschillende landen van Afrika, Azië en Europa, hadden de gezamenlijke inspanningen van de nationale autoriteiten in samenwerking met het overkoepelende orgaan van de Verenigde Naties eindelijk succes gehad. Geen volkerenmoord meer in landen als Rwanda, Burundi, Sudan en Somalië. De broeders die elkaar zo bitter naar het leven hadden gestaan in voormalig Joegoslavië, reikten elkaar de hand. Het leek er zelfs op dat de Arabieren ( die elkaar geruime tijd niet meer in de haren vlogen), een oprechte vrede met Israël nastreefden. Met dit alles steeg het vertrouwen van de consument en de wereldeconomie kreeg een enorme stoot in de goede richting. Ons kleine landje scheen heel even de glorie van de Gouden Eeuw te herbeleven. Op dat moment, toen iedereen dacht dat het Gouden Tijdperk voor de mensheid en de hele schepping was aangebroken, gebeurde het onverwachte. De wereld heeft nog nooit zo een schok te verwerken gekregen. Statistici beweren dat de 20ste eeuw de meest wrede eeuw is geweest van alle tijden; gezien de vele oorlogen, vervolgingen en genocide.
Laat mij u vertellen dat het plotseling verdwijnen van tientallen misschien wel honderden miljoenen aardbewoners, het menselijke ras meer uit zijn doen heeft gebracht dan al de begane wreedheden sedert de Eerste Wereldoorlog. Tijdens die prille momenten van de vermeende dageraad van het paradijs op aarde, kwam de schok, die fysici willen verklaren als een quantum leap: het ontstaan van een gigantisch gat in de kosmos, waardoor al die mensen zijn opgezogen. Wanneer de geleerden zich met deze verklaring tevreden willen stellen, is dat hun goed recht. Niemand echter die hun verhaal gelooft.
Het was in de vroege ochtend van zaterdag op zondag. Ondanks de rust van het weekeinde, waren er tamelijk veel auto' s op de wegen. Van het ene op het andere moment reden wagens stuurloos - zonder bestuurder wel te verstaan - over het asfalt en veroorzaakten enorme ongelukken en ravage. De politie kwam handen en ogen te kort en riep de hulp in van het leger. Maar het leger, de brandweer en het personeel van de ziekenhuizen hadden hun handen vol. Temeer daar er treinen op elkaar waren gereden, die na later bleek, zonder machinist over de spoorrails denderden. Tel daarbij de verschillende vliegtuigen op, die in de vroege ochtend naar beneden stortten en de chaos was compleet.
In mijn eigen stad, waar ik sedert mijn geboorte woon, is een transportvliegtuig naar beneden gekomen; precies in het midden op de markt, waar het stadhuis stond. De ambtenaren en bestuurders van deze stad zullen de voorzienigheid op hun blote knieën gedankt hebben dat het nooit hun gewoonte was om nachtelijke overuren te maken. Behalve dan die arme nachtwaker. Van hebben ze niet eens zijn dienstpet teruggevonden. De huizen rond de markt hebben voor een gedeelte vlam gevat, maar persoonlijke ongelukken kwamen gelukkig niet voor.
De krochten der duisternis ( een uitdrukking uit de Bijbel, die ik sinds kort lees) namelijk de plunderaars; deden overal waar ze maar de kans kregen hun onwaardig werk. Zodra de ochtend haar eerste licht over de aarde liet schijnen, kwam een wereld voor de dag, die nooit meer dezelfde zou zijn. Mensen uit hechte families, ja hele gezinnen waren verdwenen. Broers en zusters, vrienden en kennissen, ouders en grootouders, echtgenoten en kleine kinderen: allen waren ze weg. Voorgoed.
Weken lang zijn speciaal daartoe in het leven geroepen burgerwachten onder leiding van een afgevaardigde van politie of leger de leegstaande huizen langsgegaan. Vaak troffen ze nog huisdieren aan, die ze net op tijd van een kommervolle dood konden redden. Ik noem de naam van de Dood. De Dood kwam en liet door chaos en ongelukken zijn spoor na bij de achter - geblevenen. Van degenen die wij dood achten hebben wij echter geen spoor teruggevonden. Bizar.
Ik heb al vermeld dat de menselijke geest door de gebeurtenissen totaal werd overrompeld. Duizenden hebben sedert dat bewuste weekeinde hun verstand verloren. De inrichtingen zijn overvol en veel mensen lopen nog verdwaasd en verwaarloosd langs de wegen. Nu zovelen verdwenen zijn, is de infrastructuur van de maatschappij helemaal ontwricht. De routine van iedere dag is verdwenen. Het dagelijkse werk van de achtergeblevenen schijnt geen waarde meer te hebben. De wereldeconomie is verlamd. Er gebeurt niets meer. Distributiesystemen werken niet. De aanvoer van voeding naar de supermarkten verloopt sporadisch. Voedsel wordt schaars; onder andere door de drang van de mensen om grote voorraden ineens aan te kopen. Het laatste bericht over de radio luidt dat binnenkort het geld ontwaard zal worden en dat de regering voorlopig op distributie van voedselbonnen zal overgaan. Net als in de Tweede Wereldoorlog. Maar waar is dan de vijand?
De vijand is de mens zelf. We hadden het toch zo goed voor elkaar. Alles en iedereen staat geregistreerd. Niets of niemand kan nog ontsnappen aan de controle van de ambtenaar en de regering. Zo kan er niets verkeerd gaan, maar gebeurt en dan nog wel iets goeds? Vanaf de geboorte tot aan het graf hebben we alles geregeld. Dat dachten we tenminste! Het blijkt wel dat het graf zijn laatste geheimen nog niet heeft prijsgegeven. De meest gruwelijke gebeurtenis heb ik immers nog niet vermeld. Ik loop gevaar, wanneer ik hierover rep. De regering ( op onver-klaarbare wijze aangevuld met allerlei obscure individuen ) heft een spreekverbod afgekondigd.
De noodtoestand geldt sedert geruime tijd en niet alleen plunderaars worden standrechtelijk neergeschoten. Mijn geweten biedt me echter om de voorvallen zo helder en overzichtelijk mogelijk neer te schrijven; zolang mijn zwakke gezondheid dat toestaat. In de nacht van het bewuste weekeinde hebben ons niet alleen miljoenen verlaten, wier lichamen nooit zijn teruggevonden. Overal op de gehele wereld zijn in die nacht van zaterdag op zondag talloze graven open gegaan. De eerste gedachte was dat grafschenners bezig waren geweest. Dit idee werd al snel verworpen, want van de inhoud van de graven ontbrak ieder spoor. Er werd niets gevonden in die afschuwelijk lege gaten. Nog geen botje of stofje, dat wees op de aanwezigheid van menselijke resten.
Ik heb reeds gezegd dat ik sedert kort de Bijbel lees. Van geestverwanten heb ik gehoord dat in Jeruzalem zelfs de doden in de oude binnenstad verschenen zijn. Ik moet dit schrijven beëindigen. Mijn hand beeft en ik heb hoge koorts. De elektriciteit zal binnen enkele minuten worden afgesloten, wanneer de elektriciteitsmaatschappij tenminste iemand vindt die de knop kan omdraaien. Sedert enige dagen heb ik zoals zovelen overal bulten op mijn lichaam en lijd ik veel pijn. Mijn dokter staat voor een raadsel en afgezien van een verzachtende zalf, is er nog geen remedie. Het late nieuws van 10 uur bericht dat de leiders van alle landen, verzameld in de met spoed opgerichte Wereldraad, een wereldleider hebben gekozen. Het schijnt een energieke man te zijn, in de bloei van zijn leven. Misschien brengt hij wel orde in de wereld van de achtergeblevenen?